Ik fiets langs de Amstel naar Buitenveldert en sla bij de beroemde molen rechts af naar de zuidelijkste rand van Amsterdam-Zuid. In deze rustige en ruim opgezette wijk staat deze bijzondere villa.
Het woonhuis is opgetrokken uit beton en straalt kracht en degelijkheid uit. Het is een mooi voorbeeld van het brutalisme, de stoere bouwstijl die zijn hoogtij beleefde in de jaren ‘50 tot ‘70 en nu weer helemaal hip is. Architect Gerard Prins creëerde aan de straatzijde privacy in het huis en hield de achterzijde open met vele ramen en schuifdeuren naar de tuin, die tijdloos en eindeloos is. Ideaal!
Een opvallend detail is dat bij het storten van de betonnen elementen gebruik is gemaakt van een ‘omgekeerde bekisting’. Hierdoor zijn de afdrukken van de houten planken terug te zien in het beton.
Het huis is vanaf 1972 bewoond door één familie en verkeert nog grotendeels in originele staat. Met alle kenmerken die de brutalistische bouw zo eigen en bijzonder maken. Zoals het materiaalgebruik, maar ook de open haard als centraal punt, de open keuken en de ruime woonkamer. Het gebeurt niet vaak dat we zo’n pure exponent van deze zeer gewilde stijl mogen verkopen.
Otte van Apeldoorn | Makelaar Broersma Wonen



Een opvallende, royale vrijstaande villa opgetrokken uit beton op een groot en goed gelegen perceel van maar liefst 675 m².
De Amsterdamse architect Gerard Prins ontwierp het huis in opdracht van de huidige bewoners in negen kwadranten, met in het midden de centrale open haard, een woonkamer grenzend aan de uitgestrekte zonnige tuin en een keuken met ochtendzon. De vier ruime slaapkamers en twee badkamers op de eerste verdieping maken de woning geschikt voor elk gezin.
De grote tuin heeft diverse zitjes en is onder architectuur aangelegd en met zorg onderhouden.
Parkeren kan op het perceel zelf en de garage is vanuit het woonhuis te bereiken.
Transparantie is een terugkerend thema in dit woonhuis: aan licht en uitzicht geen enkel gebrek. Een huis voor liefhebbers van architectuur en gevoel voor kwaliteit.




Begane grond:
De hoofdentree geeft toegang tot een ruime ontvangsthal met toilet. Vanuit de hal leidt een stoere deur naar de royale woonkamer, die georiënteerd is op het zuidwesten en een mooi uitzicht geeft op de tuin. Deze is te bereiken via de grote schuifdeuren.






Centraal in de woonkamer bevindt zich de open haard. Deze verbindt de leefruimte met de open keuken. De keuken, die met een verbouwing in 1990 is vergroot, is geheel in lijn met de kloeke bouwstijl van het huis. Vanuit de keuken heb je zicht op en toegang tot het ochtendterras, waar de bewoners op een vaste bank vanaf het voorjaar tot diep in de zomer genieten van hun ochtendthee.
Een trap vanuit de bijkeuken leidt naar de kelder met een flink oppervlak van 17 m². Een ideale, droge, opslagplek voor onder andere proviand, wijn en gereedschap.
De garage, die in gebruik is als atelier, is vanuit de hal ook binnendoor bereikbaar.







Eerste verdieping:
De trap vanuit de hal komt uit op een centrale overloop waaraan vier slaapkamers en twee badkamers liggen. Voorheen waren er vijf slaapkamers en een werkkamer; enkele hiervan zijn samengetrokken. De afmetingen van de slaapkamers zijn dan ook heerlijk ruim.
Kelder:
De kelder onder het huis heeft een flink oppervlak van 17 m² en is aangenaam droog. De ideale opslagplek voor onder andere proviand, wijn, gereedschap.







De woonvilla ligt in een lommerrijke buurt in Buitenveldert, aan de rand van Amsterdam-Zuid. Een buurt die alleen al aantrekkelijk is door de ruime opzet met veel vrijstaande villa’s op grote percelen. Zoals deze villa, die ook een zeer aantrekkelijke eigen buitenruimte heeft:
Tuin
De woonvilla heeft een eindeloze tuin die het huis aan drie zijden omringt. Een bijzondere romantische tuin met verschillende borders, fruitbomen en een vijver. Er is een pergola overgroeid met een heerlijke druif en er zijn diverse mogelijkheden om genoeglijke zitjes te maken. Het grootste deel van de tuin, aan de achterkant van het huis, is georiënteerd op het zuidwesten.



Het gebouw
Dit eigenzinnige ontwerp van architect Gerard Prins uit 1972 is vrijwel onaangetast gebleven in de bijna 50 jaar dat de eerste bewoners er met veel plezier in geleefd hebben. Daarmee is dit een uniek voorbeeld van het brutalisme, een stoere bouwstijl die is voortgekomen uit het modernisme, met illustere pioniers zoals Le Corbusier en Mies van der Rohe. Deze woonvilla heeft alle kenmerken die deze stroming zo eigen maken. Zoals het gebruik van onafgewerkt gewapend beton en metselwerk, veel glas en staal en de herhaling van blokachtige geometrische vormen. Het is een gebouw als een natuurkracht, dat in al zijn robuustheid ook transparant is, dankzij de vele ramen en schuifpuien – met name aan de achterzijde – de weidse tuin en de royale woonkamer met de karakteristieke centrale open haard en open keuken.






Wat de bewoners zullen missen
Een stoer en markant huis, dat was het begin jaren 70 en zo kijken wij als familie er nog steeds naar. Het was de laatste lege kavel in de buurt en dat werd de plek waar architect Gerard Prins zijn lang gekoesterde huis in opdracht kon bouwen. Met vier opgroeiende tienerzonen werd het huis goed gebruikt. De plek midden in de straat kreeg extra betekenis door de deuren die altijd open stonden; het huis werd het middelpunt voor kinderen uit de buurt. Een huis waar geleefd wordt, een huis dat open staat voor anderen, wordt ook een geliefd huis. Markant ook door de bewoners, de ouders waren geen fan van televisie in de woonkamer en de kinderen hadden daarom achter in de garage een televisiehoek ingericht.
De bouw en de lay-out leenden zich goed voor een groot gezin en veel bezoek; het huis kan letterlijk tegen een stootje. Ontelbare familiediners, verjaardagspartijen en feesten vonden plaats in de grote, ruime woonkamer met in de zomer de uitloop naar de fraaie tuin. Voor de tuin is altijd veel aandacht geweest. De kruiden uit eigen tuin, de dierbare krulhazelaar, de vele planten en struiken die een geliefde verstopplek waren bij het jaarlijkse eieren zoeken met Pasen. De zon beweegt mee in de tuin over het zuiden en het westen; in alle seizoenen is er een fijne plek buiten te vinden, in de zon of in de schaduw.
Na een ingrijpende verbouwing begin jaren 90 is er op de bovenverdieping veel veranderd zonder de structuur van het huis aan te tasten. De kinderen waren het huis uit en de indeling veranderde. Wat bleef waren de maaltijden aan lange tafels met als hoogtepunt de huwelijken van de kinderen met gasten, taart en champagne in de tuin. De omgeving leende zich ook goed voor de hobby’s van de bewoners; op de racefiets langs de Amstel en naar de Ronde Hoep. Roeien en kanoën op de Amstel. Op de fiets naar de hockeyclub in het Amsterdamse Bos. En op latere leeftijd de wandelingen door het Amstelpark, de zijingang op een steenworp afstand.
De middelbare scholen waren nooit ver weg en na een avond stappen kon je op de fiets naar huis. Het Gelderlandplein winkelcentrum is er altijd geweest; vroeger al met een grote Albert Heijn en nu nog steeds. Moderner nu en met een ander assortiment dan toen en zo zal ook dit huis veranderen en meegaan met de tijd. De plek is echter tijdloos. Architect Prins zag de mogelijkheden en die zijn voor 100% benut. Na 50 jaar staat het nog als een huis. We kijken terug met een goed gemoed en hopen dat nieuwe bewoners er hun eigen mooie verhaal gaan bouwen.